[nggallery id=4]

Wanneer men door vleugeldeuren met deurbekroning schrijdt, staat men in de feestzaal van het huis. Hier draait alles om het burgerlijke zelfbesef tegen het einde van de 18e eeuw.

In navolging van de hoofse kastelen bouwde de welgestelde bourgeoisie representatieve vertrekken waarin kamerconcerten gehouden en gasten ontvangen werden. Terwijl de vijf ramen van de feestzaal uitzicht bieden op het middeleeuwse Aken met de Granustoren, gunnen de grote 18e eeuwse muurschilderingen een blik op geïdealiseerde landschappen. Idyllische landelijke scènes, waarin de adel het eenvoudige leven ensceneert, vormen het onderwerp van de schilderingen. Dit soort muurschilderingen waren het expertisegebied van schildersateliers uit Frankrijk en Nederland, die werden beïnvloed door de rococokunstenaars Watteau, Boucher en Fragonard.

De korte zijde van de feestzaal wordt gedomineerd door een eikenhouten kachel in de krachtige stijl van de Akense barok. Tegenover staat een Luikse vitrine, versierd met filigraan snijwerk, die vóór de Tweede Wereldoorlog deel uitmaakte van de verzameling van het Couven-Museum in Haus Ludwigs-Fey. De glamoureuze classicistische zilvervaas voor het middelste raam was een huldeblijk. Zij werd in 1841 aan J.P.J Monheim overhandigd als erkenning voor zijn verdiensten voor de stad aken.