hofkamer

De „Hofzimmer“ dankt zijn naam aan de ramen die zicht geven op het kleine binnenhofje. De grote, gouden empirespiegel behoort wellicht reeds sinds de tijd van Andreas Monheim tot de inrichting van het huis. De vitrinekast, in de 60‘er jaren van de vorige eeuw door de gemeente Aken geschonken aan plaatselijke musea, behoort tot de meesterwerken van de 18e eeuwse meubelkunst in Aken. Boven het massieve onderstuk met fijn rocaille-snijwerk verheft zich een filigreine vitrineopbouw. Achter vooruitstekende erkerachtige gedeeltes en gebogen roedewerk wordt een keur van de porseleinverzameling uit het museum gepresenteerd.

Aan het begin van de 18e eeuw voltrok zich een ingrijpende culturele verandering in Europa, die met nieuwe genotmiddelen zoals koffie, thee, chocolade alsmede tabak en exotische kruiden een verfijning van de tafelzeden met zich meebracht en daarmee tevens de inrichting van de burgerlijke woonhuizen beïnvloedde. Luxe vitrinekasten, zoals ze vooral in de regio Aken-Luik gemaakt werden, toonden het trotse zelfbewustzijn van de burgerlijke maatschappij. Het porselein, het ‘witte goud‘ werd tot het begin van de 18e eeuw uitsluitend uit Oost-Azië (China, Japan) geïmporteerd en was daarmee het summum van hoofse luxe. Rond 1709/1710 slaagde Friedrich Böttger (1682-1719) als eerste erin om ook porselein in Europa te vervaardigen. Deze ambitie, die steeds werd ondersteund door August de Sterke, leidde tenslotte tot de Meißener manufactuur die tot op heden porselein van zeer hoge kwaliteit produceert.

Tegenover de kast bevindt zich een schouw met weelderig snijwerk uit het huis Mennicken in Eupen. Het typische rocaille-snijwerk omlijst een portret van een dame van de Vaalse familie Clermont, vermoedelijk Maria Elisabeth Sophia Clermont, geb. Emminghaus (1733-1783), in deftige garderobe met een kanten jurk en een met bont afgezette rode schoudermantel.