Chinees kabinet

Plaatsvervangend voor de Chinamode van de 18e eeuw is het zg. ‘Chinezenkabinet’ ingericht. Sinds de ontdekkingsreizen van Marco Polo in de 13e eeuw nam Europa met groot enthousiasme kennis van de Aziatische cultuur. De dure invoer van Aziatische cultuurgoederen, vooral van het ‘witte goud’, het porselein, dat aan de hoogadel voorbehouden was, bracht op grote schaal imitatieprocessen op gang. De opkomst van het witte porselein in Europa aan het begin van de 18e eeuw ging gepaard met een uitgesproken Chinamode. Zogenaamde ‘Chinoiserieën’ waren een geliefd ornament in de meubelkunst, de toegepaste kunst en in de mode.

Naast exotische accessoires voor de binnendecoratie, zoals de lamp in de vorm van een Chinese pagode werden in het ‘Chinezenkabinet’ ook Japanse stootplaten van zwaarden, zogenaamde Tsubas, uit de verzameling Max Kirdorf tentoongesteld. Deze stukken in de haast onbekende verzameling Oost-Aziatische kunst van de Akense musea documenteren een belangrijk hoofdstuk uit de verzamelingsgeschiedenis, verwijzen echter ook naar de culturele affiniteit tussen Europa en Azië sinds de 18e eeuw. Aan het begin van de 20e eeuw kreeg de Oost-Aziatische kunst in het toenmalige kunstmuseum in de Komphausbadstraße zijn eigen afdeling. Na een gevoelig verlies van oude bestanden door de oorlog ontvingen de Akense musea met de schenking van de verzameling Max Kirdorf (1878-1923) door zijn vrouw Adela Luise Kirdorf, meisjesnaam Strouben-Suermondt (1882-1958), naast talrijke grafische kunstwerken ook de omvangrijke Tsuba-verzameling, waarvan een selectie in het Chinezenkabinet wordt gepresenteerd.

De kunstzinnig bewerkte stootplaten waren sinds de 18e eeuw zeer in trek bij Europese kooplieden of reizigers, die met de Aziatische cultuur in aanraking kwamen. Net zoals het Oost-Aziatische porselein en de Chinese kakemono’s golden zij als kostbare geschenken en ‘souvernirs’ van de rococo-tijd.