De feestzaal

De grote feestzaal van het Couven-Museum weerspiegelt het burgerlijke zelfbesef aan het einde van de 18e eeuw. Net als in de hoofse kasteelarchitectuur bouwde de bourgeoisie representatieve feestzalen en salons, waarin kamerconcerten en ontvangsten plaatsvonden. Men betreedt de zaal via royale vleugeldeuren met supraporten uit het voormalige Kerstense paviljoen. Net zoals de houtbetimmeringen die op de ontwerpen van Johann Joseph Couven teruggrijpen, is het rococo-houtsnijwerk typisch Akens.

Terwijl de vijf ramen richting Hühnermarkt uitzicht bieden op het middeleeuwse Aken met de Granustoren, geven de grote schilderijen uit de 18e eeuw zicht op geïdealiseerde landschappen. De schilderijen worden bepaald door idyllische taferelen, helemaal volgens de ‘Folies Bergère‘, die enscenering van eenvoudig leven, waaraan de mensen uit de rococo zich met plezier overgaven. Beïnvloed door de speelsheid van een Watteau of Boucher schepen schilderwerkplaatsen in Frankrijk en Nederland talloze van dergelijke landschapsschilderijen. Tijdens de restauratie van het Couven-Museum in 1999-2002 werden de schilderijen onderworpen aan omvangrijke conserverende maatregelen. De speciaal voor het Couven-Museum ontwikkelde montage waarborgt de rugventilatie van de doeken en zorgt er gelijktijdig voor dat deze behangachtige decoraties dicht tegen de wand gepresenteerd kunnen worden. De Luikse vitrinekast, reeds in de zaal van de familie Ludwigs-Fey in het eerste rococo-museum tentoongesteld, voegt zich, in tegenstelling tot de homogene Akense meubels, duidelijk uit twee delen samen: uit een massieve onderbouw en een naar achteren geplaatst opzetstuk.