Directoire kamer
De zg. ‘Directoire-kamer‘ weerspiegelt de inrichtingsstijl van de tijd na de Franse Revolutie. De kunst van de Napoleonische era was destijds bepaald door citaten uit de Antieke Tijd en een esthetische strengheid van vorm. Ingevat tussen wandpilasters met kapitelen uit de empiretijd en twee gestiliseerde draakachtige wezens, domineert de machtige gietijzeren ‘kanonnenhaard‘ de ruimte. Zowel het messing haardscherm alsmede de beide tafels zijn versierd met plastisch gevormde profielafbeeldingen, gedeeltelijk met lauwerkransen, zoals ze ook op antieke munten te zien waren. Tot het typische interieur uit die tijd behoren ook de strakke eiken stoelen en de bronzen kandelaars met vrouwelijke steunfiguren, zg. Karyatiden.
De sfeer van de Directoire-kamer wordt alleszins bepaald door de grote schilderijdoeken uit de late 19e eeuw. De landschapsschilderijen maken de ruimte optisch groter door een geïdealiseerde blik ‘naar buiten’. Alle schilderijen thematiseren leven en werken in kust – en rivierlandschappen – zo halen vissers op boten en aan de oever hun netten in, andere vissen met hengels en schepnetten, een vrouw houdt de mand vast waarin de vangst wordt verzameld.
Een schilderij toont de ontmoeting van een Aziatische en een Oriëntaalse aan de oever. Ondanks de exotische kleding – de Aziatische met opgestoken kapsel, een kimonoachtig, blauw kleed en een Oosterse paraplu, de Oriëntaalse met tulband, groene omhang en een dolk aan de riem- komt de situatie kunstmatig over door de Europese gezichtstrekken van de afgebeelde personen: de exotische sfeer als podium van de Europese rococo-samenleving, de ontmoeting van culturen als rollenspel en costumering. Bij de schilderijen aan de andere kant herkent men in een schijnbaar Italiaans rivierenlandschap het christelijke motief van de ‘Vlucht naar Egypte‘ met op de voorgrond een voor het naderende onweer vluchtende familie en ‘Christus als goede herder‘ met de voor dit rococoschilderij bijna obligate herder en zijn kudde.