Keuken

De keuken geeft een kijk op het alledaagse leven van de 18e en 19e eeuw. Het gietijzeren fornuis uit de Eifel diende als vuur – en warmtebron. Ketels, zeven en scheplepels van messing en koper bevinden zich rondom de achterkant van de fornuis waar de wand met Hollandse tegels bekleed is. Verder completeren kookgerei en vaatwerk van tin, messing, koper en keramiek de keukenuitrusting.

In de eikenhouten vitrinekast wordt niet alleen geglazuurd aardewerk in het bekende ‘Indisch blauw‘ bewaard, een abstracte vorm van de vroege Meissener porseleindecoraties, maar ook een prachtige koffiemolen uit het gebied Aken-Luik van de 18e eeuw. Het gietijzeren koffierooster, de koffiemolen en het vaatwerk met grote, bolle kannen, kleine kopjes en ‘koppchen’ maken erop attent dat het gebruik van koffie, die net als thee en chocolade in eerste instantie een exclusieve hoofse drank was, zich in de 18e eeuw door geheel Europa verspreid had en nu ook gedronken werd door burgers en boeren. Dat deze hoofse gebruiken door de burgerij werden overgenomen, valt steeds weer waar te nemen in het Couven Museum.

De goudglanzende keukenapparaten, met meestal gegraveerde of gedreven ornamenten, mogen echter niet verhullen dat het huishoudelijk werk in die dagen een zware taak was. De pomp bij het blauwsteen-bekken, het kolenfornuis, maar ook de zware strijkijzers van messing en ijzer maken duidelijk dat het huishouden in de 18e en 19e eeuw zware lichamelijke inspanningen vereiste.