Zilveren kabinet
In de grote vitrine wordt een selectie aan zilvergerei uit de 18e eeuw van de verzameling Matthéy getoond. De in Wuppertal geboren Teo Matthéy (1901-1989) werkte in Aken als groothandelaar in lakens. Zowel zijn huis in de Theaterstraße 67 als ook zijn aanzienlijke kunstcollectie liet hij aan de gemeente Aken na. Na een speciale tentoonstelling in 1989 in het Suermondt-Ludwig-Museum worden nu in het Couven Museum voor de eerste keer weer stukken uit zijn verzameling in een bredere context getoond.
Kostbare koffie- en chocoladekannen alsmede zilveren thee- en suikerbussen zijn hier met twee grote kandelaars bij elkaar gezet. Heel geraffineerd is de Engelse thee-set van de Londense zilversmid Samuel Taylor (1749), die twee bussen voor Indiase en Chinese thee, alsmede een suikerschaal met deksel in een met leer beklede houten koffer met beslagwerk erop bewaart. Chocolatiers, met aan de zijde een houten greep en in de typische bolle rococo-vorm met gedreven rocaille-versiering uit Frankrijk en Piemont (Giovanni Fino, rond 1780), zijn net zo vertegenwoordigd als een grote empire-koffiekan, wellicht Brest, van na 1780. Op drie geribbelde voeten verheft zich de elegante kan met gedreven guirlandes en ovale reliëfbedekking met zijaanzichten van antieke imperators. De tuit is met een plastisch gevormde mascaron versiert, op de greep van zwart ebbenhout is guirlande-snijwerk te zien. Een karaf van Meißener porselein rond 1720 met zilvermontering toont de verbinding van de beide kostbare materialen in artistieke perfectie.
Het edele zilvergerei verwijst zowel naar de traditie van de deftige zilverkabinetten, waarvan de rijkdom als indicatoren van de macht golden, als naar de waardering voor de nieuwe dranken koffie, thee en hete chocolade, die men destijds in kostbare kannen, bussen en kopjes aanbood.en